De 31-jarige Alain Broft reed paard tijdens zijn studie technische bedrijfskunde, werkte voor de wereldbank onder andere in Afrika als consultant en ontmoette bijna drie jaar geleden zijn partner Jenny Schreven, die haar bekende dressuurstal in Weert heeft: “Toen ben ik me wat gaan bemoeien met de combinatie van mijn vak en paardrijden. In de technische bedrijfskunde zijn we heel veel aan het voorspellen, meten, monitoren en automatiseren. Ik vroeg me al snel af waarom je bepaalde dingen in de paardensport niet zou kunnen meten. Er kwam altijd een standaardantwoord: in de paarden kan dat niet omdat je met een levende persoon en een levend paard te maken hebt. Maar dat triggerde mij alleen maar meer, want ook in de industrie hebben we met onzekere factoren te maken.”
Alain ging op onderzoek uit, sprak met sporters van allerlei niveaus, zocht naar wetenschappelijke artikelen: “Het valt heel erg tegen wat er onderzocht is. Als er al iets is, is het bijna altijd weinig representatief. Het komt er in de paardensport toch op neer dat alles visueel beoordeeld wordt en dat je in feite betaalt aan de persoon die je iets uitlegt. De prestaties zijn nauwelijks geobjectiveerd en veel vanuit de overlevering. In het zwemmen bij voorbeeld meten ze alles wat er te meten valt bij een start van het startblok tot je een eind verder boven water komt. Daar ga je dan heel gericht op trainen. In de jurysport dressuur bestaat dat niet. Mijn missie is het objectiveren en het formaliseren van de paardensport. Begrijp me goed: we houden van de sport zoals die is, we willen de sport niet veranderen. We willen de sport wel beter begrijpbaar maken en onderdelen beter trainbaar.”
Met dat doel liet Alain zijn job rusten en begon hij twee jaar geleden in Weert in de kantoorruimtes boven Jenny’s stal het bedrijf EquInnoLab. Bedoeld als innovatiecentrum gericht op alle takken van de paardensport. In een best traditionele wereld termen toevoegend als video-analyses, sensor-ontwikkeling, product-development: “Ons doel is om hiermee als een onafhankelijk orgaan heel veel data op te bouwen. Een van de middelen is een 3D-bewegingsanalyse: paard en ruiter worden beplakt met markers, een highspeed-camera legt alles vast, dat komt als 3d-data binnen en kan worden verwerkt door de computer. Dat is niet heel spannend om te maken, de vraag is alleen of je het kunt betalen, want die ontwikkelingen zijn duur. En het is spannend om ermee te werken: een coach moet weten wat hij wil zien, welke prestatie-indicatoren. Neem bij voorbeeld de klassieke gedachte over lijn van je schouder naar je heup naar je knieën naar je hak. Het kans best zijn dat daar andere conclusies uitkomen dan altijd verondersteld is in de zoektocht naar verbetering van de techniek van de ruiter.”
Inmiddels werken in Weert tien mensen. Software-mensen maar ook vanuit hun studie een paar werktuigbouwkundigen, en altijd enkele biometrie afstudeerders, uiteraard geselecteerd op de interesse voor paarden: “We begonnen met kleine metingen, we hebben ruiterfit-analyses gedaan, teugeldruk-analyse, technische plannen voor de camera-analyses geschreven. Om het te kunnen betalen hebben we subsidies in aanvraag, we hebben ook al een toekenning op zak, en we zijn in de markt actief met betaalde diensten. We betalen onszelf niks uit. Het is in deze fase belangrijk dat we opbouwen en daarvoor zijn allerlei activiteiten nodig. Bij voorbeeld ons evenement Horse & Technology, waarmee we een brug proberen te slaan tussen innovatie en onze paardensport. Dat is een hele uitdaging waarmee we al acht maanden bezig zijn. Er staat voor zo’n 15.000 aan pagodetenten, de clinicgevers zijn van super kwaliteit dus niet goedkoop. En we hebben veel geïnvesteerd in promotie via de bekende platforms die van alles beloven. Het moeilijkste is om mensen duidelijk te maken dat het een groot evenement is wat betreft kwaliteit van de opzet en clinics. Daarmee willen we ons onderscheiden. En dat het net zo goed gericht is op springen en eventing, hoewel de locatie een dressuurachtergrond heeft.”
Alain Broft heeft Horse & Technology opnieuw opgezet. De eerste keer vorig jaar was het een gratis evenement, nu wordt er entree gevraagd met een nieuw bomvol programma, met shows en clinics gericht op de paardensporter uit alle disciplines. Op vrijdagochtend 18 mei is er een FNRS innovatie-bijeenkomst in het presentatiepaviljoen van 8 X 15 meter plus een outdoor show, op vrijdagmiddag een symposium vanuit de hogeschool Van Hall Larenstein. Zaterdag 19 en zondag 20 mei zijn de publieksdagen met toppers als Sönke Rothenberger (momenteel nr. 5 van de wereld), Morgan Barbancon, Robbert Ehrens, maar ook met Paardenpraat TV en een Bixie-programma: “Dit jaar is niet te vergelijken met vorig jaar. We willen een brug slaan tussen innovatieve producten en de ruitersport. De bestaande bijeenkomsten en evenementen bieden steeds dezelfde sprekers, wij willen ons onderscheiden. We willen proberen innovatieve producten hip te maken. Gelukkig hebben we bijna veertig standhouders en sponsors als Adams muziekcentrale en Vitelia, bedrijven die ons een warm hart toedragen. En nou gaan we hopen op goed weer want drukte aan de kassa zou natuurlijk wel mooi zijn!”
Horse & Technology op Universal Horse Data
Horse & Technology op Facebook