Eventinglegende Mark Todd over vroeger: "Geen cap en wat Fenylbutazon, niemand deed er moeilijk over"

Sir Mark Todd, een van de grootste legendes uit de eventingsport, is ondertussen al 61 jaar. Hij heeft diverse grote titels op zijn naam geschreven in zijn lange carrière, waaronder vijf Burghley-zeges, vier Badminton-overwinningen en twee Olympische Gouden medailles. En hij is alles behalve klaar om de wedstrijden vaarwel te zeggen. Met plezier haalt hij ondertussen zijn talrijke herinneringen op.

Zijn eerste deelname aan Badminton was in 1980. "Overnachten gebeurde toen niet in van die enorme vrachtwagens zoals nu, maar in gewone caravans. Niemand was profruiter, Lucinda Green was de eerste, en iedereen was jaloers op haar'", vertelt Todd. Bovendien zegt hij dat niemand vroeger een cap droeg. Die waren toen namelijk niet verplicht, net zoals een bodyprotector. Dames droegen een hoofddoekje om hun kapsel in de plooi te houden, maar meer ook niet.

Na de eerste dag op een wedstrijd, na de dressuurproeven, werd er vaak stevig gefeest op de campings. Mark Todd: "Ik voerde de dames dronken die hoog hadden gescoord in de dressuurproef, zodat ze de volgende dag een slechte cross reden. En zo kon ik vaak winnen."

Todd vertelt ook over de zogenaamde 'hulpmiddeltjes' van toen. Middelen die nu als doping beschouwd worden door de FEI, zoals de pijnstiller Fenylbutazon, waren toen een vaak gebruikte oplossing tegen spierstijfheid bij de paarden. "Na een stevige cross waren de paarden vaak wat stijf, dus gaf de dierenarts een beetje 'bute'. En daarna sprongen ze weer als een hert!"