Paarden helpen kinderen in Enschede uit hun isolement

Paarden helpen kinderen in Enschede uit hun isolement
Kinderen met taal- en gehoorproblemen leren via paarden hun gedrag aan te passen en beter te communiceren.

Michiel Kleijzen drukt zijn hoofd tegen dat van Cracker, zijn lievelingspaard. „Hij houdt zijn oortjes naar voren. Betekent dat hij me lief vindt”, zegt de 12-jarige scholier van de Prof. Huizingschool in Enschede. Met zijn klasgenoten krijgt hij in manege ’t Roessingh rijles en mag hij in de stallen de paarden verzorgen. Dat vraagt behalve enige moed, vooral geduld. Het moet hen helpen ook met leeftijdsgenoten beter te communiceren.

Taalontwikkelingsstoornis
Daarmee hebben de scholieren van de Kentalis Prof. Huizingschool, afkomstig uit Twente en de Achterhoek, vaak moeite. Ze hebben een taalontwikkelingsstoornis en/of zijn slechthorend, waardoor het lastig is contact te maken. Op de prof. Huizingschool hebben ze wel vriendjes, maar in hun directe woonomgeving dreigen ze in een sociaal isolement te komen. De stap om bij een reguliere (sport)vereniging te gaan, blijkt zonder hulp te groot.

Sportdocenten René Keupink en Bennie Nordkamp proberen ze het beslissende zetje te geven. „Daarvoor is zelfvertrouwen nodig. Bovendien moeten ze leren hoe anderen op hen reageren en hoe ze daarmee om kunnen gaan. Veel van onze kinderen zijn impulsief en druktemakers, maar als ze hier in de stallen komen, zie je ze ineens rustiger worden. Juist door het paardrijden merken we dat ze hun gedrag aanpassen en gemakkelijker contact maken.”

Weerspiegelt
Instructeur Judy Branger van manege ’t Roessingh ziet dat dagelijks terug. „Een paard weerspiegelt je eigen gedrag. Als je heel druk bent, weert een paard je af. Maar als je rustig op hem toe stapt, reageert een paard ook rustig. Een paard is heel nieuwsgierig. Op zo’n moment ontstaat er contact en communiceer je met het paard.”

Michiel Kleijzen vertelt dat hij zachtjes met Cracker praat. „Dan komt ie heel dicht bij me. Dat is leuk.” De jongen maakt met zijn tong klikgeluiden. „Zie je, als ik dat doe, komt hij naar me toe.” Zijn moeder Ellen kijkt trots toe. „Los van het rijden, is het mooi om te zien hoe hij het paard kamt en de hoeven schoonmaakt. Of hij hierdoor nu direct gemakkelijker contact maakt met andere kinderen, weet ik niet. Hij ervaart hier wel dat het bij communiceren niet alleen gaat om taal. En we merken dat hij er meer zelfvertrouwen door krijgt.”

Scouting
Het maakte het voor hem gemakkelijker lid te worden van een scoutingclub. „Dat gaat heel goed. Twee jongens uit zijn klas zitten nu ook bij scouting. Het is mooi dat ze op die manier samen dingen doen met andere leeftijdsgenootjes”, zegt moeder Ellen.

De paardrijlessen in manege ’t Roessingh zijn onderdeel van het speciale sportproject van de Prof. Huizingschool. „We laten ze bij clubs ook kennis maken met bijvoorbeeld judo en voetbal”, zeggen Keupink en Nordkamp. „De school investeert vervolgens in sportstimulering in de eigen leefomgeving van de kinderen. We kijken samen met de ouders naar een geschikte sport in de buurt. Daar volgen we ook trainingen en wedstrijden van het kind en spreken we met het kader van de club over de aanpak van dit specifieke kind.”

Drempel
Het project van de Huizingschool blijkt te werken. „38 van onze kinderen zijn daardoor lid geworden van een sportvereniging. Daarvoor moesten ze een drempel over, omdat ze nu eenmaal moeite hebben met communiceren. Elk kind moet ergens bij horen, anders komt het in een sociaal isolement. Juist op deze leeftijd moeten ze die stap maken, want later wordt het alleen maar moeilijker.”